Ga naar hoofdinhoud

Duizeligheid komt vaak voor; één op de zes Nederlanders heeft regelmatig last van duizeligheid. Bij 70-plussers is dat zelfs een op de vijf. Er bestaan verschillende vormen van duizeligheid; van een zweverig, licht gevoel in het hoofd tot bewegingsonzekerheid waarbij mensen een onzeker en instabiel gevoel ervaren. Tot slot bestaat er ook positieduizeligheid. In de meeste gevallen van deze vorm van duizeligheid is er sprake van BPPD (40-50%).

BPPD is de afkorting van ‘Benigne Paroxymale Positie Duizeligheid’. Er wordt gesproken van BPPD bij draaiduizeligheid die seconden duurt en optreedt bij bepaalde bewegingen (bukken, omhoog kijken, omdraaien in bed, gaan liggen in bed). De aanvallen zijn vaak plotseling van aard en zoals hierboven beschreven afhankelijk van bepaalde houdingen/positieveranderingen. Ondanks dat de aanvallen vaak van korte duur zijn, worden de duizelingen als erg vervelend ervaren. Patiënten hebben het gevoel dat de wereld om hen heen draait en er kan misselijkheid optreden. Bij langzame bewegingen van het hoofd worden patiënten vaak niet duizelig.

Oorzaak
Draaiduizeligheid heeft te maken met het evenwichtsorgaan wat zich in het binnenoor bevindt. Het evenwichtsorgaan bestaat uit drie cirkelvormige buisjes, ook wel de halfcirkelvormige kanalen genoemd. In deze kanalen beweegt een vloeistof mee met de bewegingen die u maakt. Samen met de informatie uit de ogen en gewrichten kan het brein stellen dat je ‘in balans’ bent.

Desalniettemin is de precieze oorzaak van BPPD nog niet bekend. Er wordt gedacht dat de draaiduizeligheid ontstaat als er gruis in die vloeistof van de cirkelvormige kanalen zit. Het gruis bestaat uit kleine kalkkristallen die in het evenwichtsorgaan thuishoren, maar zich bij een snelle positieverandering van het hoofd abrupt en abnormaal verspreiden. Dit leidt tot de draaiduizeligheid.

Helaas is in 50% van de gevallen onbekend waardoor het gruis ontstaat. Desondanks komt het bij jongeren vaak door een trauma, ontsteking, doorbloedingsstoornis of operatie aan het oor. Bij ouderen kan het degeneratie (achteruitgang) van het binnenoor zijn wat deze klachten veroorzaakt. Uiteindelijk is BPPD een onschuldige, maar hinderlijke aandoening, die gelukkig vaak vanzelf weer over gaat.

Diagnose en behandeling
Voor het stellen van de diagnose BPPD zijn de intake en het onderzoek van belang. Het onderzoek zal o.a. bestaan uit het doen van een “kiepproef”, welke de duizeligheidsklachten oproept. Indien deze test positief is, is de kans op BPPD groot.
Het behandelen van BPPD gaat vervolgens middels een andere manoeuvre. Eén van de meest bekende is de ‘Epley manoeuvre’. De fysiotherapeut kan deze bij je uitvoeren. De meeste mensen zijn binnen een tot drie behandelingen van de klachten af. Naast de Epley-manoeuvre geeft de fysiotherapeut adviezen met betrekking tot het omgaan met de klacht, de kans op een terugval en eventuele huiswerkoefeningen. Het is van belang om bij terugkerende klachten op korte termijn contact op te nemen met uw fysiotherapeut. De kans op terugkerende klachten is namelijk groot; 30% van de patiënten ervaren binnen één jaar en 50% binnen vijf jaar terugkerende klachten van BPPD.

Herkent u zich in bovenstaande klachten? Bezoek voor advies een fysiotherapeut bij u in de buurt.

Back To Top